Pas op dat je jezelf niet klem denkt!
Jezelf klem denken.
Als mediator zie je eigenlijk wel hoe dit bij partijen gebeurt. Mensen begrijpen elkaar niet en doen vervolgens aannames over wat de intenties van de ander zijn geweest. Vervolgens geven ze het gebeurde een naam. Ze hangen er een label aan en noemen het een probleem of een conflict. Erger nog, ze hangen ook een label aan het gedrag en de persoon van de ander. Ze noemen het gedrag asociaal en de ander een egoïst of narcist. De situatie escaleert hierdoor en de overtuiging dat de ander de belichaming van het kwaad is neemt steeds vastere vormen aan. Zo creëren mensen hun eigen werkelijkheid. Het is dan ook lastig om weer beweging in de situatie te krijgen. Mensen denken zichzelf klem. Het is een fuik waarin je verstrikt raakt waardoor een terugweg niet mogelijk lijkt.
Wat doe je als mediator?
De meeste van ons zijn in dezelfde maatschappij opgegroeid. We hebben daardoor onbewust soms dezelfde ideeën meegekregen. Het is dan ook niet zo moeilijk om met partijen mee te leven en te zien wat zij zien: het probleem, het conflict, het asociale gedrag en de egoïst of narcist. Hierin ligt ook het gevaar. Als je als mediator denkt zoals partijen denken, loop je het risico jezelf net zo klem te denken als partijen dit doen. Je gaat als het ware ook in het conflict of het probleem geloven.
Als je echter de gedachtegang van partijen wel kunt volgen maar daar zelf niet in gelooft, zie je een andere werkelijkheid. Een werkelijkheid waarin je jezelf niet klem denkt maar juist mogelijkheden ziet die partijen nog niet ontdekt hebben.
De waarheid
Partijen vertellen dat zij het niet goed zien leidt tot weerstand. Je kunt iemands ‘waarheid’ niet veranderen. Je kunt iemand wel helpen het eigen denken te transformeren om zo een andere werkelijkheid te zien. De labels zijn het probleem.
Als mensen een naam (label) geven aan iets wat eigenlijk een proces is noemen we dit een nominalisatie. Denk bijvoorbeeld aan het woord ‘samenwerking.’ Door aan het proces van het samenwerken een naam aan te geven lijkt het een ding te worden dat er wel of niet is. Als je een zelfstandig naamwoord maakt van iets wat een proces en dus eigenlijk een werkwoord is, dan kan er makkelijk verwarring ontstaan. Een woord als samenwerking beschrijft niet wat er werkelijk gebeurt; de handelingen die samen worden verricht waaraan mensen vervolgens de naam samenwerking geven. Een proces reduceren tot een woord helpt ons om de communicatie te bekorten en het lijkt daardoor sneller en makkelijker. Het vraagt echter wel dat we in de gaten houden of we elkaar nog steeds begrijpen en hetzelfde bedoelen. De verwachtingen over hoe een samenwerking eruit ziet kunnen verschillen.
Nominalisaties kunnen dus tot verwarring leiden. Erger wordt het als we elkaar niet begrijpen en elkaar daarover verwijten maken. Dan leiden nominalisaties tot escalatie. In plaats van het te hebben over hoe we door samen te werken bij het gewenste resultaat komen gaat het gesprek over de ‘incompetentie’ van de ander.
Het meenemen van partijen
Als mediator zie ik vaak een situatie die makkelijk kan escaleren of al geëscaleerd is. Om erger te voorkomen stuur ik hierin bij. Als ik nominalisaties hoor help ik partijen om hun denken te transformeren door het proces dat achter de nominalisatie schuil gaat te beschrijven. Puur de feitelijke stappen van het proces. Ik beschrijf dan heel concreet wat eenieder kan zien en vraag partijen of zij dit herkennen en bedoelen. Ik herhaal vervolgens zo min mogelijk de nominalisatie die partijen gebruiken en breng het gesprek steeds weer terug tot de stappen van het proces. Wat je zult zien is dat dit ontnuchterend werkt en duidelijkheid in de verwarring brengt. Uiteindelijk zal het gesprek over het proces gaan en wat er nodig is om het resultaat te bereiken, in plaats van over wat partijen van elkaar vinden. Het belangrijkste is hierbij dat ik als mediator stug hieraan vasthoud. Ik haal de nominalisaties die tot verwarring en escalatie leiden steeds opnieuw uit de dialoog en breng dit terug tot de beschrijving van het proces dat het in werkelijkheid is. Ik neem partijen hierin als het ware mee.
Een voorbeeld
Een directeur verweet zijn secretaresse dat zij de oorzaak was van een vertrouwensbreuk tussen hen. Door het een vertrouwensbreuk te noemen werd het een onveranderlijk ding dat tussen hen in kwam te staan. Het was er nu eenmaal en hoe kon dit ooit door de secretaresse ongedaan worden gemaakt? Moest zij nu eeuwig hiervoor boeten? Dat was toch geen oplossing?
Door de vertrouwensbreuk terug te brengen tot de stappen van het proces waarin het elkaar vertrouwen een rol speelt kon een oplossing worden gevonden. Het was simpel. Vanwege ziekte van de directeur had de secretaresse in een situatie eerst gehandeld en daarna de directeur hierover ingelicht. Hieraan waren vervelende consequenties verbonden die de directeur voor de toekomst wilde voorkomen. De afspraak werd gemaakt dat zij hem in dergelijke zaken altijd eerst zou informeren en daarna pas zou handelen. Met deze afspraak kon hij er weer op vertrouwen dat zij goed konden samenwerken.
Ga jij het ook eens in de mediation proberen? Laat mij jouw resultaat weten!